Binnen een Makronyl gaswasser vinden diverse interne processen plaats die zorgen voor een effectieve reiniging van afgasstromen. Hieronder beschrijven we de belangrijkste procesinternals en hun functies:
1. Gasinlaatsectie
Functie: Voert het vervuilde gas op gecontroleerde wijze de gaswasser in.
Doel: Zorgt voor een gelijkmatige verdeling van het gas over de doorsnede van de wasser, wat essentieel is voor een optimaal contact met de wasvloeistof.
2. Contactzone / Absorptiezone
Functie: In deze zone wordt het gas intensief in contact gebracht met de wasvloeistof.
Doel: Verontreinigende stoffen worden door middel van fysisch-chemische processen geabsorbeerd of geneutraliseerd. Dit vindt meestal plaats met behulp van pakkingsmateriaal dat het contactoppervlak vergroot.
3. Sproeiersysteem / Vernevelingssectie
Functie: Vernevelt of verspreidt de wasvloeistof over de contactzone.
Doel: Zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de vloeistof, wat de massatransfer tussen gas en vloeistof optimaliseert.
4. Druppelvanger (demister)
Functie: Vangt vloeistofdruppeltjes af die met de gereinigde lucht mee omhoog zouden kunnen worden gevoerd.
Doel: Voorkomt emissie van wasvloeistof via de schoorsteen en beschermt vervolginstallaties tegen corrosie of vervuiling.
5. Vloeistoftank / Opvangbak /Scrump
Functie: Verzamelt de afgevloeide wasvloeistof onderin de gaswasser, van hieruit wordt de wasvloeistof omhoog gepompt naar het sproei systeem
Doel: Maakt hergebruik of gecontroleerde afvoer van de vloeistof mogelijk. Vaak is hier ook de injectie geïntegreerd voor pH en/of Redox sturing
6. Recirculatiepomp(en)
Functie: Pompt de wasvloeistof terug naar het sproeisysteem.
Doel: Zorgt voor een gesloten of semi-gesloten systeem en garandeert voldoende doorstroming en contacttijd.
7. Meet- en regeltechniek
Functie: Sensoren meten onder andere pH, geleidbaarheid, redox, temperatuur, drukval en vloeistofniveaus.
Doel: Regelt en bewaakt de werking van de Makronyl gaswasser voor een stabiel en effectief proces.
8. Gasuitlaat
Functie: Voert het gereinigde gas gecontroleerd af, meestal richting ventilator en schoorsteen.
Doel: Zorgt dat alleen schone lucht het systeem verlaat, conform de geldende emissie-eisen.
9. Ventilator
Functie: Dampdichte transport, drukval overwinning
Doel: Afzuiging realiseren


